Jacob Cats

Uit Wiki ZB
Versie door Wim van Gorsel (overleg | bijdragen) op 8 jun 2021 om 11:11
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Jacob Cats
Cats2.jpg
Standbeeld van Jacob Cats in Brouwershaven , foto: J. van den Berge, 1965, Collectie Bruijns, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 28907
Geboren 10 november 1577 Brouwershaven
Overleden 12 september 1660 Zorgvlied bij Den Haag
Beroep schrijver, jurist en staatsman
VIAF J. Cats

Jeugd

Zoon van Adriaen Cornelisz. Cats, biersteker, in 1598 en 1599 burgemeester van Brouwershaven. Jacob bezocht de Latijnse school te Zierikzee en begon in die jaren al gedichten te schrijven, eerst in het latijn, weldra ook in `de Zeeuwsche taal'. Hij studeerde te Leiden, waarschijnlijk in de rechten en voltooide deze studie te Orleans, waar hij tot doctor in het Romeins recht gepromoveerd is.

Levensloop

De voormalige woning (1603-1623) van Jacob Cats in de Lange Noordstraat 31 te Middelburg, foto: J. Francke, februari 2009, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 121337

Cats vestigde zich als advocaat in Den Haag. Een verblijf in Engeland bracht hem in aanraking met het Puritanisme. In Holland teruggekeerd vatte hij de advocatuur weer op, maar op aanraden van zijn vriend Apollonius Schotte, pensionaris van Middelburg vestigde hij zich in 1603 in deze stad, waar hij evenals Simon van Beaumont tot stadsadvocaat werd aangesteld. Vooral als procureur schijnt hij al spoedig een drukke praktijk te hebben gekregen. In 1605 trouwde hij met de Amsterdamse Elisabeth van Valckenburgh, een rijke en mooie jonge vrouw. Waarschijnlijk onder haar invloed liet hij zich in 1607 als lidmaat van de Hervormde Gemeente aannemen. Van de zeven kinderen die uit dit huwelijkelijk werden geboren zijn alleen twee dochters volwassen geworden. In 1611 gaf Cats de rechtspraktijk op om zich toe te leggen op de bedijking van geïnundeerde landen in Zeeuws-Vlaanderen, waar de in 1614 gebouwde Catshoeve (onder Groede) nog aan zijn verblijf aldaar herinnert. In deze jaren schijnt hij daar metterwoon gevestigd te zijn, al bezat hij in Middelburg nog het al vóór zijn huwelijk door hem bewoonde huis in de Noordstraat en onder Grijpskerke het buitengoed de Monnikenhof. In 1621 werd hij pensionaris van Middelburg, nadat hij een professoraat in het Burgerlijk recht te Leiden had afgeslagen. In 1623 vertrok hij echter in gelijke functie naar Dordrecht, al viel het afscheid van Zeeland hem zwaar. In 1636 werd hij raadpensionaris van Holland en West-Friesland, in 1645 bovendien grootzegelbewaarder der Staten en der Grafelijkheid van Holland en registreermeester der lenen. De Grote vergadering van 1651 werd door hem geopend en gesloten; bij die gelegenheid verzocht hij, de 74-jarige grijsaard, ontslag uit de betrekking die hem meer en meer tot een last werd. Zijn levensavond heeft hij doorgebracht op het landgoed Zorgvlied in de buurt van Den Haag, dat hij uit ruime beurs had laten aanleggen en waar hij op bijna 83 jarige leeftijd gestorven is. In 1829 werd te Brouwershaven een standbeeld voor hem opgericht.

Prestaties

De Munnikenhof te Grijpskerke aan de Jacob Catsweg 4, foto: J. Francke, 20 april 2004, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 114823

Op de Munnikenhof begon Cats te dichten. Toen zijn eerste werk, de ‘Sinn'-en Minnebeelden’ en de ‘Maechden-plicht’ (beide 1618) verscheen, was hij al 41. Waarschijnlijk is hij zich pas na de verschijning van deze bundels bewust geworden van zijn talent als volksdichter. Weldra volgden de ‘Self-stryt’ (1620), het ‘Toneel van de mannelicke achtbaerheyt’ (1622) en het breed opgezette ‘Houwelyck’ (1625), alle in Zeeland ontstaan. Na zijn vertrek schreef hij nog ‘Spiegel van den ouden ende nieuwen tijdt’ (1632); ‘Klagende maeghden’ (1633); ‘'s Werelts begin, midden, eynde, besloten in den Trou-ringh’ (1637) en ‘Ouderdom, buytenleven, en hofgedachten, op Sorgh-vliet’ (1656). Postuum verschenen de ‘Ghedachten op slapeloose nachten’ (1689). Zijn verzamelde werken verschenen in 1655, 1658 en 1659 en, na zijn dood, in 1700, 1712 en later. Cats verzocht Constantijn Huygens zijn medewerking aan de ‘Zeeusche Nachtegael’; hij zond hem het handschrift van zijn ‘Voorhout en het Costelick mal’, die wegens hun uitvoerigheid niet in de ‘Zeeusche Nachtegael’, maar afzonderlijk bij dezelfde uitgever werden uitgegeven (1622). Het laatstgenoemde gedicht droeg hij aan Cats op. In zijn ‘Otia of ledige uren’ (1625) nam hij een gedicht ‘Aen myne vrinden in Zeeland’ op.

Invloed

Kopergravure naar een tekening door Adriaen van de Venne, verscheen voor het eerst in: Alle de wercken van Jacob Cats (Amsterdam, 1655). Paren lopen gearmd een grote fuik of vangnet binnen onder begeleiding van muziek van een klein orkest. Bovenop de fuik zit Cupido. Putti dansen rond een bruidspaar met bloemenmand. Om de fuik lopen mannen en vrouwen, zij maken allerlei erotische toespelingen, rechts zwaait de Dood met een hakbijl, 1623, tekeningen en prenten, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 320

De populariteit van `Vader Cats' was met die van geen andere Nederlandse dichter vóór of na hem te vergelijken; zijn verzamelde werken, de 'boerenbijbel', zouden in geen enkel gezin ontbroken hebben. Pas in de 19de eeuw werd zijn reputatie aangevochten, het scherpst door Busken Huet. In de twintigste eeuw heeft zijn verguizing plaats gemaakt voor een gematigde waardering, vooral voor zijn boeiende verteltrant. Zijn poëzie neemt geen hoge vlucht en ontroert zelden; ze is integendeel hier en daar zelfs grof en plat. Cats wilde er zijn volk door opvoeden en daarbij had hij de brede massa voor ogen. Zijn kunst is altijd en alleen volkskunst. Het Zeeuwse element is vooral in zijn oudste werken sterk aanwezig. De ‘Sinn'en minnebeelden’ zijn opgedragen aan `de Zeeusche jonck-vrouwen'. Achter de ‘Maechdenplicht’ is de pastorale ‘Harders-clachte’ opgenomen en het ‘Harders-liet’, met een uitvoerige beschrijving van het Walcherse landschap. In het ‘Houwelyck’, dat hij uitdrukkelijk een `Zeeusch ghedicht' noemt, komen verhalen voor die zich in Middelburg, Arnemuiden, Zierikzee en de duinstreek van Schouwen afspelen. Ook vertoont de taal van zijn gedichten uit de eerste periode Zeeuwse eigenaardigheden, die in latere drukken zijn weggewerkt. Tot omstreeks 1623 heeft Cats Zeeuws geschreven, daarna Hollands. De grootste verzameling Catsiana, het Museum Catsianum, is bijeen gebracht door mr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet op zijn landgoed Overduin onder Oostkapelle. Hij heeft deze verzameling uitvoerig beschreven (1870 en 1887) en gelegateerd aan de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden waar ze thans berust. Twee portretten van Cats, beide door Michiel van Miereveld geschilderd, bevinden zich in het Rijksmuseum.

Cats als Musicus

Liedschrijver

Naast gedichten heeft Cats meer dan 75 liederen geschreven. Hij schreef nieuwe teksten onder bestaande, veelal Franse, melodieën. De liederen varieerden in lengte van 12 (Phylis met haar met-gesellen) tot 356 versregels (Simeons Lof-sangh-liedt) – liedteksten van laatstgenoemde omvang werden vaak eerder gelezen dan gezongen. In de oorspronkelijke notatie ontbraken de muzieknoten. Een liedschrijver als Cats kon vaak volstaan met het vermelden van de titel of de eerste regel van de gebruikte melodie. Deze ‘wijsaanduiding’ werd meestal opgetekend boven de liedtekst zelf. Cats gebruikte 30 verschillende wijsaanduidingen. Bij vier daarvan gaat het echter om een eigen (gekopieerde) melodie, zodat het totale aantal melodieën uitkomt op 26: negentien Franse, drie Nederlandse, een Italiaanse (Amarilli mia bella), een Spaanse (Luz de mi alma) en twee psalmmelodieën (Psalm 103 en 116). Sommige melodieën dienden meer liederen tot wijs; andere liederen van Cats hadden juist meerdere wijsaanduidingen.

Moralistische liederen met leedvermaak

Cats had een moralistische, maar aantrekkelijke, toegankelijke schrijfstijl. Zijn liedteksten zijn gevat en amusant, soms tot op het platte af en met een hang naar leedvermaak. De liederen verwierven een ongekende populariteit en werden opgenomen in meer dan twintig liedboeken. Ook in negentiende-eeuwse verzamelbundels zijn veel van Cats’ teksten terug te vinden. Sommige liederen werden zo bekend dat ze jarenlang op hun beurt als wijsaanduiding fungeerden. Dit was onder andere het geval bij Schoon bloem-gewas, en edel kruyt (zes verwijzingen), Samen-sang tussen Damon en Floride (achttien verwijzingen), Klaeghliedt van Dina (zes verwijzingen) uit de Klagende Maeghden serie en Liedt van een trouw-hatende Vryster.

Schoon bloem-gewas, en edel kruyt gaat over de wat naïeve zigeunerin Pretiose, die de bloemen en planten in het bos groet en zich vervolgens afvraagt wanneer haar eigen bloesem geplukt zal worden. Een mannelijke kandidaat dient zich aan in de gestalte van edelman Don Juan. Pretiose is echter verstandig en gaat niet in op zijn avances.

Samen-sang tussen Damon en Floride, geschreven op de melodie van Ne vois tu pas, chère Phyllis?. Floride wordt verleid door de herder Damon, terwijl ze verloofd is met een andere man. Maar ze weet zich te beheersen en wijst haar minnaar af.

Liedt van een trouw-hatende Vryster vormt een tweeluik met Tegen-liedt van een trouwen-gesinde Vryster. De ‘trouw-hatende vryster’ somt alle nadelen van het huwelijk op, waarna haar vriendin, die zelf gaat trouwen, haar argumenten in het ‘Tegen-liedt’ weerlegt.

Liederen op basis van Franse airs

Titelpagina Klagende Maeghden en Raet voor de Selve, bron:dbnl.org

In 1633 liet Cats het boek Klagende Maeghden en Raet voor de selve publiceren, bestaande uit een aaneenschakeling van teksten en liederen met als centrale thema ‘de onvoorzichtige maagd’. De liederen zijn gebaseerd op een aantal Franse airs, waaronder O nuict, jalouse nuict, Faut-il qu’une beauté mortelle en Puisque de vivre sans aimer. Cats schreef de teksten op verzoek van Haagse meisjes die graag Franse airs zongen, maar de bestaande teksten te erotisch van aard vonden. Het werd een oproep tot kuis- en maagdelijkheid aan de vrouw: elk van de liederen verhaalt het tragische lot van een Bijbelse maagd. Zo zijn Dina en Tamar verkracht, werd de dochter van Jephta geofferd en moest Abisagh van Sunem trouwen met een impotente koning. Matthias Havius, door Cats in dienst gesteld als uitgever, legt in het voorwoord uit dat Cats de stommiteiten van verliefde jongeren aan de kaak stelt om zo toekomstig leed te helpen voorkomen. In het openingsgedicht is de ‘Rede’ aan het woord, die uiteenzet hoe het verhaalde liefdesleed had kunnen worden voorkomen. De tekening op de titelpagina (zie afbeelding) toont een groep figuren knielend voor de troon van de Rede. Allen zijn getroffen door een pijl van Cupido (linksboven) en moeten dientengevolge hun zonden opbiechten. De serie werd ettelijke malen herdrukt en werd zo populair dat musici zich er tot in de 18e eeuw zich door lieten inspireren. Het Klaegh-liedt van Dina is zelfs jarenlang voor een anoniem volkslied gehouden.

Camerata trajectina

Verscheidene liederen van Cats zijn uitgevoerd door Camerata Trajectina en, afgewisseld met instrumentale muziek, samengebracht op de cd Klagende Maegden en andere liederen van Jacob Cats. In de muzikale uitvoering reflecteert Camerata Trajectina op sublieme wijze de verfijnde combinatie van ernst en jolijt die spreekt uit Cats’ teksten.

Lijst met muzikale werken

  • Phyllis met haar met-gesellen
  • Schoon bloem-gewas, en edel kruyt
  • Samen-sang tusschen Damon en Floride
  • Mey-liedt
  • Tegenliedt op het voorgaande Mey-liedt
  • Liedt van een trouw-hatende Vryster
  • Tegen-liedt van een trouwen-gesinde Vryster
  • Gesang voor een jong-man sich willende begeven om een goet partuer te soecken.
  • Sophie Sophie Als ik u maar aanzie
  • Berou-gesang
  • Aertsche Ydelheyt
  • Nieuwe Jaers-liedt, Op het Jaer ons Heeren 1655
  • Eerste Nieuw-jaers Liedt
  • Gesangh op de Geboorte onses Heylants en Saligmaeckers Jesu Christi
  • Gesangh Uit den 42. Psalm
  • Gesang voor een krijgsman op Schiltwagt staende
  • Herders-Liedt Van den ouden Damon aen de jonge Galathée
  • Liedt
  • Liedt voor yemandt die sich stelt om tot des Heeren Avontmael te gaen.
  • Danck-Liedt, Van iemant die van een sware Siekte verlost is
  • Myn geest die is geheel bedruckt / Om seker droef geval [n.t.]
  • Wilder iemant Weeuwen vrijen / Gasten hoort den rechten vont [n.t.]
  • Hoe kan een mensch na goede dagen trachten / Die in den geest met eersucht is besmet [n.t.]
  • Damons-Klagt of Samen-spraak met zyn beminde Florida
  • Hagar. Uyt-gedreven
  • Blaau-Scheen Lopen
  • Nieuw Liedeken over het beklag van de dochter van Jephta
  • Die zijn tijdje weet te gissen
  • Wat mach den drogert over-gaen? / Wat maelt hem in de sinnen? [n.t.]
  • Op ’et zellifde (Tegen de znode Vrouwen)
  • Een onechte Moeder aan haar Mingenoot
  • Antwoort op het voorige

Klagende Maeghden en Raet voor de Selve

  • De maeght van Dordrecht aen Alle Maeghden van Dordrecht ende van d’andere Steden en vlecken van Hollant
  • De maeght in de borst getroffen, klaeght
  • De vryster geraeckt in haar maeghdekransien, klaeght
  • De vryster met de pyl in ’t oir, singt
  • De iongelingh met de pyl in het oogh singt
  • Gesangh Voor een Iongh-man sigh willende begeven om een goet partner te soecken.
  • Maeghde-gesangh. Voor een ionge dochter noch vry in hare genegentheden
  • Klaegt-liedt van Dina, Dochter van den Ertz-vader Iacob
  • Klaegh-liedt van Thamar, Conincklicke dochter, als sy van Ammon teghen haren danck onteert was
  • Klachte van Abisagh van Sunem, op de doot van Adonia, ‘Koninghs Davids Sone’
  • Klachte van de dochter Iephthe
  • Klaegh-liedt Van Hagar, Abrahams maeght. Wt het 16. en 21. Capittel Genesis
  • Klaegh-liedt, Van de Dochter Herodias, op de gelegentheyt doen sy van hare moeder was versocht van den oningh Herodes te eysschen het hooft van Iohannes den Dooper
  • Trevr-liedt, Wt den 51. Psalm
  • Klaegh-ghesangh uyt den 130. Psalm
  • Ziel-svcht; Wt den 42. Psalm
  • Nieu. Klaegh-liedt, Op de gheleghenheydt van Lucille dochter van den Keyser Marcus Aurelius, ten tijde de selve, van een naelde ghequetst synde, buyten verwachtinghe quam te sterven
  • Klaegh-liedt van een Jonge dochter
  • Klachte Vande vyf dwase Maegden
  • Morgen-gesangh
  • Avont-sangh
  • Reys-liet
  • Danck-liet, Van yemant die van een sware sieckte verlost is
  • Klaegh-liet, Van een Ionge dochter t’haren onschult met een lasterlijcke rugh-sprake beklat
  • Klaegh-liet, eens bekeerden sondaers aen God den Sone
  • Ziel-svcht, gepast op het hoogen env allen van de mvsicq
  • Klaegh-liet Van Susanna, als sy van de bouven beschuldight wert van overspel
  • Danck-liet Van Susanna nae haer verlossinghe
  • Berou-gesangh
  • Ziel-verheffinge
  • T’samen-spraeck Tusschen den Geestelicken Bruydegom, en desselfs Bruyt te weten, Den Heere Christus, en syn Kercke
  • Ziel, opstigijnge
  • Sinne-strijt. Op sekere voor gevallen gelegentheyt
  • Liedt Voor yemant die sigh stelt om tot des Heeren Avontmael te gaen
  • Nieuw-Iaer gesangh
  • Schoon ick dickmael heb’ ghevraeght, Of ghy wout beminnen [n.t.]
  • Samen-sang tusschen Hylas Wey-man, en Dorille Wout-nymphe
  • Simeons Lof-sangh-liet

Geluidsfragment

Selectie Bibliografie

Auteur

G.J. Trimpe Burger-Mekking, herz. Johan Francke (2012), Dok Kunneman (UCR), 2012.

Literatuur

  • De la Rue, Geletterd Zeeland, 346-368.
  • Nagtglas, Levensberichten.
  • Meertens, Letterkundig leven.
  • J.H. de Stoppelaar, Jacob Cats te Middelburg.
  • Kan, Het vertrek van Jacob Cats.
  • Meerkamp van Embden, Brieven van Jacob Cats.
  • Smilde, Jacob Cats in Dordrecht.
  • J.C. Frederiks, Jacob Cats.
  • Ten Berge, De hooggeleerde en zoetvloeiende dichter Jacob Cats.
  • Waterbolk, Van Biervliet naar Zorgvliet.
  • Van Rosmalen-Man, Cats' illustrator.
  • Boekema-Sciarone en T. Loonen, De Vrouw in het werk van Cats.
  • J. Kluiver, Het Gezin in de Gouden Eeuw.
  • Abma, Jacob Cats en de raadspensionarisverkiezing.
  • Poelhekke, Jacob Cats als raadspensionaris.
  • Cats catalogus: de werken van Jacob Cats in de Short-title Catalogue Netherlands (KB 1996).
  • Cats, Jacob (Documentatiemap) (Middelburg, Zeeuwse Bibliotheek, 2007).
  • Bijlo, Marcel, ‘Klagende Maeghden en andere liederen van Jacob Cats’, in: Klassieke Zaken, (oktober 2008).
  • Grijp, Louis Peter. Jacob Cats ‘Klagende Maeghden’. Mourning Maidens and Other Songs. An Anthology. Exempla Musica Zelandica VIII (Middelburg, 2008).
  • Grijp, Louis Peter. ‘‘Klagende Maeghden’ en andere liederen van Jacob Cats.’ Camerata Trajectina. 2008, 19 februari 2012.
  • Havius, Matthias, Klagende Maeghden en raat voor den selve (Dordrecht 1633) , 5 maart 2012.
  • Nederlandse Liederenbank. Knaw/Meertens Instituut. 2012, 6 maart 2012.
  • Seters, Martha van, Alle de liederen van Jacob Cats. Ongepubliceerde doctoraalscriptie Muziekwetenschap (Universiteit Utrecht, 1990).

Sites