Jacob Boreel (ridder, heer van Westhoven en Duinbeke): verschil tussen versies

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
(Importing text file)
 
(geen verschil)

Versie van 19 aug 2014 om 15:42

Boreel, Jacob (ridder, Heer Van Westhoven En Duinbeke)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


(Middelburg 28 okt. 1552 - Middelburg 19 dec. 1636). Geldt als een der oprichters van de Oost-Indische Compagnie. Zoon van Pieter Boreel; vergezelde deze op diens vlucht naar Engeland, maar keerde tijdens het beleg van Middelburg door Oranje in 1573 terug en nam actief deel aan het winnen van de stad (februari 1574). In 1576 werd hij raad van Middelburg, in 1580 Waardijn van de Munt, vervolgens was hij van 1584 tot 1601 Muntmeester, terwijl hij sinds 1598 diverse keren het ambt van burgemeester van Middelburg waarnam. Als kolonel van een regiment voetvolk nam hij in 1602 deel aan het beleg van Sluis. In 1609 presideerde hij, bij het sluiten van het bestand met Spanje, de vergadering van de Staten te Bergen op Zoom. Met Dirk Meerman, raad en schepen van Delft en de Advocaat Fiskaal van de Staten van Holland, Hugo de Groot, vormde hij het gezantschap dat in 1613 naar Engeland gezonden werd om geschillen over de Oost-Indische Compagnie en de walvisvaart op te lossen; bij deze gelegenheid werd hij door Jacobus I in de ridderstand verheven; in 1610 was hij reeds door koop heer van Westhoven en Duinbeke geworden. In 1620 werd hij namens de stad Middelburg benoemd tot Raad en Rekenmeester van de Rekenkamer van Zeeland. Een val in 1629 verminkte hem zodanig dat hij tot zijn dood op krukken aangewezen was. Johan, een zoon uit zijn eerste huwelijk met Maria Passchier, werd de stamvader van de Zeeuwse Boreels; Willem, uit zijn tweede huwelijk met Maria Gremminck, van de Amsterdamse.


AUTEUR

L. Hageman