Hontenisse, Oud (hotenes, Hontenesse)

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Hontenisse, Oud (hotenes, Hontenesse)


Verdronken dorp en parochie in Oost Zeeuws-Vlaanderen. De naam bleef voortbestaan in die van de in 1970 gevormde gemeente Hontenisse, nu gemeente Hulst. De oorspronkelijke betekenis is vooruitspringende hoek land (‘nesse’, landneus) in de Honte (Schelde).


Geschiedenis

Hontenisse wordt reeds in 1183 als Guntenesse vermeld en als parochie in 1233. Ze is voortgekomen uit het ontginningswerk dat cisterciënzer monniken van de abdij Ter Duinen er hebben verricht. Deze monniken verbleven in de uithof Ter Zande Kloosterzande. De parochie Hontenisse was toegewezen aan het kapittel van Oud-Munster (St.-Salvator) te Utrecht, maar ging in 1257 over in het bezit van het kapittel van de O.L.V.-kerk te Kortrijk. Het patronaatsrecht was in handen van de heren van Maelstede en later, door vererving, aan het huis Ghistele en de heren van Heule. Bij de haardstedentelling van 1469 registreerde men voor Hontenisse het aanzienlijke aantal van 416 haardsteden.

In 1457 is in Hontenisse een nieuwe, grote kerk gebouwd die de H. Maagd en St.-Martinus als patroonheilige had. Door overstromingen in 1508, 1509 en 1511 was het lot van deze kerk snel bezegeld en moest zij worden afgebroken. De locatie, buitendijks op de slikken vóór de hoek van de Wilhelmuspolder en de Kruispolder was nog lang bekend als ‘het kerkhof’, aangezien er veel beenderen werden aangetroffen. In de twintigste eeuw waren fundamentresten en overige bouwrestanten bij zeer laag water nog goed te zien. In dit buitendijkse gebied is ook een groot aantal vondsten van Oud-Hontenisse afkomstig.

In 1520 moest men dus weer overgaan tot de bouw van een nieuwe kerk, op een terrein dat was afgestaan door de abdij van Ter Duinen in de Noorddijkpolder. Deze plaats werd voortaan aangeduid als Nieuw Hotenes. Deze kerk werd vermoedelijk kort na 1572 door de Watergeuzen verwoest. De parochie moest van die tijd af genoegen nemen met de kapel van het cisterciënzerhof Ter Zande. Na de verovering van Hulst in 1645 kwam genoemde kapel in het bezit van de gereformeerden. Zie voorts Kloosterzande en Groenendijk.


AUTEUR

J.A. Trimpe Burger; herz. Jan J.B. Kuipers (2014)


LITERATUUR

Amedeus Fruytier, S.O. Cist., Uit het rijke verleden van Hontenisse, haar Hof te Zande en omliggende plaatsen. Naar zijn onderzoekingen gedurende de jaren 1906-1922 (Bornem/Hontenisse, 1950) [1] M.K. Elisabeth Gottschalk, De Vier Ambachten en het Land van Saaftinge in de Middeleeuwen: een historisch-geografisch onderzoek betreffende Oost-Zeeuws-Vlaanderen (Assen 1984). [2] Jan J.B. Kuipers (red.), Sluimerend in slik. Verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland (Middelburg/Vlisingen 2004) o.a. 48-49 nr. 77. [3]


AFBEELDING

Gemeente Hontenisse, na de gemeentelijke herindeling op 1 april 1970. Detailopname van de nis van het graf van Joos van Ghistele. Koetshuis van het voormalige Hof te Zande, met links de nis van het graf van Joos van Ghistele


Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Verdronken dorp en parochie in Oost Zeeuws-Vlaanderen. De naam is blijven voortbestaan in die van de huidige gemeente Hontenisse; de oorspronkelijke betekenis is vooruitspringende hoek land (nesse landneus') in de Honte (Schelde).

Geschiedenis: Hontenisse wordt reeds in 1183 als Guntenesse vermeld en als parochie in 1233. Ze is voortgekomen uit het ontginningswerk dat cisterciënzer monniken van de abdij Ter Duinen er hebben verricht. Deze monniken verbleven in de uithof Ter Zande Kloosterzande). De parochie Hontenisse was toegewezen aan het kapittel van Oud-Munster (St.-Salvator) te Utrecht, maar ging in 1257 over in het bezit van het kapittel van de O.L.V.-kerk te Kortrijk. Het patronaatsrecht was in handen van de heren van Maelstede en later, door vererving, behoorde het aan het huis Ghistele en de heren van Heule. In 1457 is in Hontenisse een nieuwe kerk gebouwd die St.-Martinus als patroonheilige had. Door overstromingen in 1508, 1509 en 1511 was het lot van deze kerk snel bezegeld en in 1520 moest men alweer overgaan tot de bouw van een nieuwe kerk, nu op een terrein dat was afgestaan door de abdij van Ter Duinen, in de zuidwesthoek van de toenmalige Noordpolder. Deze plaats werd voortaan aangeduid als Nieuw Hotenes. De kerk werd vermoedelijk kort na 1572 door de watergeuzen verwoest. De parochie moest van die tijd af genoegen nemen met de kapel van het cisterciënzerhof Ter Zande. Na de verovering van Hulst in 1645 kwam genoemde kapel in het bezit van de Gereformeerde gemeente. Thans staat zij ten dienste van de

Ned. Herv. gemeente. Zie voorts Kloosterzande en Groenendijk.