Herman van Hall

Uit Wiki ZB
Versie door Maintenance script (overleg) op 20 mrt 2014 om 15:57 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Hall, Herman Van

(Groningen 6 december 1830 - Groningen 11 september 1890). Leraar biologie aan de Rijks H.B.S. in Middelburg (1866-1873).

Werd in deze functie opgevolgd door Hugo Leonardus Gerth van Wijk. Herman van hall was een zoon van de Groningse hoogleraar in de plantkunde en landhuishoudkunde H .C. van Hall (1801-1874). Werd in 1853 benoemd tot curator van het Rijksherbarium in Leiden onder leiding van Blume, maar kreeg in 1862 ontslag omdat de minister-president (Thorbecke) op het personeel wilde bezuinigen. Na zijn benoeming op 12 oktober 1866 tot leraar biologie aan de Rijks H.B.S. in Middelburg begon Van Hall energiek aan de uitbreiding van de aan de school toebehorende Botanische Tuin (welke lag tussen Noordbolwerk en Molenwater), zodat de verzameling na vijf jaar al 2000 verschillende soorten omvatte. Ten behoeve van het biologieonderwijs schreef hij in 1871 `De kruidtuin van 's Rijks Hoogere Burgerschool te Middelburg', waarin hij naast een opsomming van de voorkomende soorten ook uitgebreide informatie gaf over afleiding en betekenis van de plantennamen alsmede over geschiedenis, biologie en gebruik van de plant zelf. De botanische kennis, opgedaan in zijn Leidse tijd, kwam hierbij goed van pas. Het boek blinkt verder uit doordat alle inheemse Nederlandse namen zijn opgenomen, tot die van de oudste kruidboeken toe.


AUTEUR

F. van Noordwijk, gecontroleerd redactie 2013


LITERATUUR

Verdoorn, Zeeuwsche floristiek.

Stallen, Gerth van Wijk, 802.


Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


(Groningen 6 dec.1830 - Groningen 11 sept. 1890). Leraar biologie aan de Rijks H.B.S. in Middelburg (1866-1873). Werd in deze functie opgevolgd door Hugo Leonardus Gerth van Wijk. Zoon van de Groningse hoogleraar in de plantkunde en landhuishoudkunde H .C. van Hall (1801-1874). Werd in 1853 benoemd tot curator van het Rijksherbarium in Leiden onder leiding van Blume, maar kreeg in 1862 ontslag omdat de minister-president (Thorbecke) op het personeel wilde bezuinigen. Na zijn benoeming op 12 oktober 1866 tot leraar biologie aan de Rijks H.B.S. in Middelburg begon Van Hall energiek aan de uitbreiding van de aan de school toebehorende Botanische Tuin (welke lag tussen Noordbolwerk en Molenwater), zodat de verzameling na 5 jaar al 2000 verschillende soorten omvatte. Ten behoeve van het biologie-onderwijs schreef hij in 1871: `De kruidtuin van 's Rijks Hoogere Burgerschool te Middelburg' waarin hij naast een opsomming van de voorkomende soorten ook uitgebreide informatie gaf over afleiding en betekenis van de plantennamen alsmede over geschiedenis, biologie en gebruik van de plant zelf. De botanische kennis, opgedaan in zijn Leidse tijd, kwam hierbij goed van pas. Het boek blinkt verder uit doordat alle inheemse Nederlandse namen zijn opgenomen, tot die van de oudste kruidboeken toe.