Happart (Appaert, Stappaert,) Familie/EvZ1982-1984

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken

In 1574 treffen we de eerste leden van dit Vlaamse geslacht, dat menige predikant heeft voortgebracht, in Zeeland aan. Wij noemen: Gabriel (Oudenaarde ca. I545-ca. 1625), die met zijn vader uitweek naar Sandwich (Eng.), waar hij in de vluchtelingengemeenten als predikant optrad. In 1574 vinden wij hem op Walcheren, als predikant van Domburg-Aagtekerke, waar verscheidene leden van de Engelse vluchtelingen-gemeenten waren terechtgekomen. Piccardt vermeldt van hem dat hij de eerste was die in Goes, op 25 mei 1578 in het Blauwe Huis aan de 's-Heer Hendrikskinderenstraat, heeft gepreekt voor 8 of 9 toehoorders. In 1624 waren zijn krachten ten einde en werd hem emeritaat verleend. Vermoedelijk is hij reeds in het jaar daarop gestorven.

Abraham. Oudste zoon van voorgaande. Werd in 1606 predikant te Oostkapelle en in 1614 in Goes, waar hij in 1655 is gestorven.

Johannes. Waarschijnlijk een zoon van Abraham. In 1633 was hij predikant te Waarde, waar hij door een bende Spaanse soldaten gevankelijk werd weggevoerd naar Aalst. Voor een hoge prijs, die door liefdegiften was bijeengebracht, werd hij losgekocht. In 1634 werd hij predikant te Nisse, in 1641 te Terneuzen. In 1643 werd hij door de classis Walcheren als predikant voor Oost-Indië beroepen, waar hij eerst te Batavia in dienst werd gesteld en van 1644-1646 op Formosa heeft gewerkt.

Gillis (Gilbert). Als zoon van Abraham is hij te Goes geboren. Na zijn studie te Utrecht en Groningen werd hij door de classis Schieland aangewezen voor de dienst in Oost-Indië. In augustus 1648 kwam hij te Batavia aan, vanwaar hij in 1649 naar Formosa werd gezonden. Hier boterde het niet tussen hem en de plaatselijke landvoogd, waarom hij een gravamen indiende bij Gouverneur en Raden van Indië. Waarschijnlijk is hij tegen het eind van 1653 op Formosa gestorven. In 1839 ontdekte men van hem een handschrift met een compleet woordenboek van de taal die op Formosa werd gesproken. In 1842 werd dit uitgegeven in de Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen (dl. XVIII).