Godefridus Corneliszn. Udemans: verschil tussen versies

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k (Udemans en slavernij)
Regel 15: Regel 15:
 
== Udemans en slavernij ==
 
== Udemans en slavernij ==
 
In ’t Geestelycke roer van ’t Coopmansschip’ beweerde Udemans dat er vrij in ongelovigen mocht worden gehandeld omdat die in zonde leefden, maar dat nazaten van christelijke slaven vrij geboren werden en ook niet tot slaaf gemaakt mochten worden. Een bekeerde slaaf zou na zeven jaar de vrijheid krijgen in de hoop daarmee bekering aan te moedigen.
 
In ’t Geestelycke roer van ’t Coopmansschip’ beweerde Udemans dat er vrij in ongelovigen mocht worden gehandeld omdat die in zonde leefden, maar dat nazaten van christelijke slaven vrij geboren werden en ook niet tot slaaf gemaakt mochten worden. Een bekeerde slaaf zou na zeven jaar de vrijheid krijgen in de hoop daarmee bekering aan te moedigen.
‘De slavernie, of dienstbaerheydt, is tweederley: de eene is geestelick, de andere is lichamelick De geestelijcke slavernije is, als een mensche staet onder het geweldt van den duyvel, ende van de sonde, soo dat sijn versandt verblindt, synen wille verdorven is, ende dat alle de leden van syn lichaem, zijn wapenen of instrumenten der onreynigheydt ende ongerechtigheyt in voegen dat sulck een mensche wandelt in de begeerten sijns vleesches, doende den wille des vleesches, ende der gedachten…’<ref>[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/145304000 Godefridus Udemans, ’t Geestelyck roer van ’t coopmans schip (Dordrecht, 1655) pag. 314.]</ref>
+
 
 +
''De slavernie, of dienstbaerheydt, is tweederley: de eene is geestelick, de andere is lichamelick De geestelijcke slavernije is, als een mensche staet onder het geweldt van den duyvel, ende van de sonde, soo dat sijn versandt verblindt, synen wille verdorven is, ende dat alle de leden van syn lichaem, zijn wapenen of instrumenten der onreynigheydt ende ongerechtigheyt in voegen dat sulck een mensche wandelt in de begeerten sijns vleesches, doende den wille des vleesches, ende der gedachten…''<ref>[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/145304000 Godefridus Udemans, ’t Geestelyck roer van ’t coopmans schip (Dordrecht, 1655) pag. 314.]</ref>
  
 
== Bibliografie ==
 
== Bibliografie ==

Versie van 28 mrt 2017 om 15:06

Godefridus Corneliszn. Udemans
Udemans ZI IV 887.jpg
G.C. Udemans, kopergravure J. Sarragon, Collectie KZGW, ZI IV, 887.
Geboren ca. 1580 Bergen op Zoom
Overleden 20 januari 1649 Zierikzee
Beroep predikant
VIAF G.C. Udemans

Biografie

Udemans stond achtereenvolgens te Haamstede en te Zierikzee. Met Hermannus Faukelius woonde hij wegens Zeeland de kerkelijke vergadering van 23 juli tot 3 augustus 1616 te Amsterdam bij. Het volgende jaar werd hem door Maurits verzocht naast Walaeus en Jacobus Trigland de gemeente 's Gravenhage te dienen. Hij was assessor der Zeeuwse synode van 9 tot 13 oktober 1618. Deze synode vaardigde hem af naar de synode van Dordrecht.

Udemans en slavernij

In ’t Geestelycke roer van ’t Coopmansschip’ beweerde Udemans dat er vrij in ongelovigen mocht worden gehandeld omdat die in zonde leefden, maar dat nazaten van christelijke slaven vrij geboren werden en ook niet tot slaaf gemaakt mochten worden. Een bekeerde slaaf zou na zeven jaar de vrijheid krijgen in de hoop daarmee bekering aan te moedigen.

De slavernie, of dienstbaerheydt, is tweederley: de eene is geestelick, de andere is lichamelick De geestelijcke slavernije is, als een mensche staet onder het geweldt van den duyvel, ende van de sonde, soo dat sijn versandt verblindt, synen wille verdorven is, ende dat alle de leden van syn lichaem, zijn wapenen of instrumenten der onreynigheydt ende ongerechtigheyt in voegen dat sulck een mensche wandelt in de begeerten sijns vleesches, doende den wille des vleesches, ende der gedachten…[1]

Bibliografie

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

-L. Hageman

Literatuur

  • Rogge, Bibliotheek van Remonstrantsche geschriften, 48.
  • Kobus en De Rivecourt III.
  • Van Doorninck, Vermomde en naamloze schrijvers I, 496.
  • Duker, Voetius.
  • Van Alphen, kerkelijk handboek 1909, bijlage 131, 155.
  • Cramer, De theologische faculteit, 3, 105, 107, 116-128, 323.
  • Meindertsma. De gereformeerde kerk.
  • N.N.B.W. X.
  • Meertens, Letterkundig leven.

Noten