Engelwortel

Engelwortel

ENGELWORTEL (Angélica sylvéstris). Forse kruidachtige plant (tot ruim 1,50 m hoog) behorend tot de familie der Schermbloemigen. Heeft witte bloemschermen, een gootvormige bladsteel en drievoudig geveerde bladen. Lijkt enigszins op *bereklauw. Engelwortel groeit vooral in zoete vochtige graslanden en moerassen en is zoutmijdend. Zij komt in grote delen van Zeeland dan ook niet of nauwelijks voor (o.a. Walcheren, Noord-Beveland). In gebieden met zoet oppervlakteen grondwater (bijv. in de Zak van Zuid-Beveland, grote delen van Zeeuws-Vlaanderen) wordt engelwortel regelmatig gevonden. Nauw verwant is de grote engelwortel (A. archangélica). Deze is nog veel groter en heeft een rolronde stengel. De plant is zeer algemeen in het rivierengebied. Na de afsluiting van het Haringvliet (1971) heeft zij zich in westelijke richting uitgebreid. In Zeeland komt zij echter vrijwel niet voor.

AUTEUR A.M.M. van Haperen