Deelbouw

Uit Wiki ZB
Versie door Johan Francke (overleg | bijdragen) op 15 dec 2015 om 08:42
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Deelbouw
De landbouwer Dekker (midden) maakt uien schoon in de polder van St. Annaland, 1936, foto: M. van den Weele, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 53699.

Op de Zeeuwse eilanden, met name daar waar veel hakvruchten werden verbouwd (aardappelen, suikerbieten en uien) teelden landarbeiders en boeren soms deze producten in deelbouw. Een landelijke enquête over landwerk en landarbeiders uit 1906 maakte er echter slechts melding van voor Schouwen-Duiveland. Daar heette deze deelbouw toen ‘een veel voorkomend gebruik’ en werden als producten uien en aardappelen genoemd. ‘B.v. de arbeiders onderhouden de uien en leveren ze schoon in de zak tegen 2/5 van de opbrengst. De arbeiders betalen dan 2/5 in den aankoop van Chilisalpeter en het zaaizaad.’ Een geheel gelijkluidende beschrijving werd circa 1980 op Schouwen nog opgetekend uit de mond van een bejaarde landarbeider. Ook elders op de eilanden beperkte de deelbouw zich meestal tot aardappelen en uien. In voorjaar en zomer wiedde de arbeider dus de uien of de aardappels, daarna verzorgde hij de oogst, terwijl hij de uien soms ook in opslag hield tot de winter om ze dan te kunnen afsnijden – de ‘staarten’ eraf. De deelbouw verdween vermoedelijk grotendeels tijdens de Tweede Wereldoorlog en definitief in de jaren 1945-1960 toen de landarbeiderlonen fors stegen. Op Tholen werd de deelbouw genoemd het ‘in halfwas hebben’ van een product bij een boer. Op Flakkee heette het ‘om de derden’ hebben, wat vermoedelijk aangaf dat de verdeling hier één derde voor de arbeider tegen twee derde voor de boer was. Hier werd ook winterpeen als product genoemd. Het hebben van uien in halfwas was op Tholen zo’n algemeen gebruik dat er tijdens de crisis van de jaren 1930 speciale regelingen waren ten aanzien van de landoppervlakte die een landarbeider ‘in halfwas’ mocht hebben zonder dat er een bedrag in mindering werd gebracht op zijn gemeentelijke werkloosheidsuitkering. In zekere Thoolse gemeente was dat 100 roeden.

Auteur

Jan Zwemer, 2012

Literatuur

-M. Nijsse, Mensen van het oude land (Goes, 1978) 183, 208-210, 215.

-K. Slager, Landarbeiders. Verhalen om te onthouden (Nijmegen, 1981) 22, 63, 200, 201.

-Verslagen betreffende den oeconomischen toestand der landarbeiders in Nederland. II Utrecht – Limburg (’s Gravenhage, 1908) 248.