Coenraad Kaijser

Uit Wiki ZB
Versie door Marja (overleg | bijdragen) op 3 jul 2014 om 10:49 (Marja heeft pagina Kaijser, Coenraad hernoemd naar Coenraad Kaijser: hernoemd)
Ga naar: navigatie, zoeken
Kaijser, Coenraad

(Vorden 29 november 1750 - Amsterdam 27 juni 1824).

*Landsfabriek van de Staten van Zeeland (van 19 augustus 1776 tot 31 maart 1791).

Stond bij zijn opdrachtgevers goed aangeschreven wegens zijn kundigheid en zuinigheid, betracht bij het uitoefenen van zijn taak. In een brief van hem aan Gecommitteerde Raden (dagelijks bestuur van de Staten van Zeeland) uit 1785 is sprake van een voorstel van kapitein-ingenieur De Freytag hem titulair-ingenieur van Zeeland te maken vanwege zijn bijzondere talenten op het gebied van de vestingbouw. Hij nam deel aan een prijsvraag in 1782, door het Zeeuwsch Genootschap te Vlissingen uitgeschreven voor een 'manhuis voor oude en onvermogende zeelieden', dat tussen Souburg en Abeele zou opgetrokken worden; zijn inzending werd met goud bekroond. Twaalf bij die inzending behorende tekeningen bevinden zich in de Zelandia Illustrata. Als landsfabriek maakte hij in 1783 een project voor een modernisering van de Statenzaal in de Abdij van Middelburg in Lodewijk XVI-stijl, waarvan de twee tekeningen in 1940 verloren zijn gegaan, en de pomp op het Abdijplein. In 1785 ontwierp hij kerk en school voor de toen nieuw gestichte plaats Hoofdplaat. Hij gaf vanaf de oprichting van het ‘Teekencollegie’ in Middelburg daar 'beredeneerde lessen' in de bouwkunst; werd geroemd om zijn 'schrander vernuft en de door oefening op bouwkundige academiën verkregen kundigheid'. Wat zijn werk als stadsarchitect van Middelburg betreft: wij kennen dat onder andere uit zijn ontwerp voor de uitbreiding van het stadhuis in Lodewijk XVI-stijl, in de jaren 1780-1784 gerealiseerd. Unger schrijft aan hem toe: het in de jaren 1781-1784 gebouwde Armziekenhuis, later Oude mannen- en vrouwenhuis en het enige monumentale woonhuis dat in de jaren van zijn Middelburgse werkzaamheid werd gebouwd, Wagenaarstraat 12. Ook vertimmerde hij in 1788 het Schuttershof De Edele Busse (de Kloveniersdoelen) om te dienen als troependepot voor de Oost-Indische Compagnie. Een portret van Kaijser werd vervaardigd door J. Perkois, die ook het interieur van het Tekencollege in beeld bracht (potloodtekening).


AUTEUR

G.S. van Holthe tot Echten, gecontroleerd redactie 2013


LITERATUUR

Notulen Staten van Zeeland en Gecommitteerde Raden.

Kayzer, Antwoord op de vraag.

Van Holthe tot Echten, Een nieuwe pomp. Archief Zeeuwsch Genootschap 1974, 78; 132 noot 152.

Bomme, Redenvoering.

Paspoort, Zeeland, 164-165.

Unger, Enkele oud-Nederlandse bouwmeesters, 166-167.

Unger, Catalogus IV, no. 493.

Nationaal Archief, Archief VOC, inv. nrs. 13749 en 7272.


AFBEELDING

Coenraad Kaijser, landsfabriek van de Staten van Zeeland van 1776 tot 1791.


Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


(Vorden 29 nov. 1750 - Amsterdam 27 juni 1824). Landsfabriek van de Staten van Zeeland van 19 augustus 1776 tot 31 maart 1791. Stond bij zijn opdrachtgevers goed aangeschreven wegens zijn kundigheid en zuinigheid, betracht bij het uitoefenen van zijn taak. In een brief van hem aan Gecommitteerde Raden (dagelijks bestuur van de Staten van Zeeland) uit 1785 is sprake van een voorstel van kapitein-ingenieur De Freytag hem titulair-ingenieur van Zeeland te maken vanwege zijn bijzondere talenten op het gebied van de vestingbouw. Hij nam deel aan een prijsvraag in 1782, door het Zeeuwsch Genootschap te Vlissingen uitgeschreven voor een 'manhuis voor oude en onvermogende zeelieden', dat tussen Souburg en Abeele zou opgetrokken worden; zijn inzending werd met goud bekroond; twaalf bij die inzending behorende tekeningen bevinden zich in de Zelandia Illustrata. Als landsfabriek maakte hij in 1783 een project voor een modernisering van de Statenzaal in de Abdij van Middelburg in Lodewijk XVI-stijl, waarvan de twee tekeningen in 1940 verloren zijn gegaan, en de pomp op het Abdijplein. In 1785 ontwierp hij kerk en school voor de toen nieuw gestichte plaats Hoofdplaat. Hij gaf vanaf de oprichting van het `Teekencollegie' in Middelburg daar 'beredeneerde lessen' in de bouwkunst; werd geroemd om zijn 'schrander vernuft en de door oefening op bouwkundige academiën verkregen kundigheid'. Wat zijn werk als stadsarchitect van Middelburg betreft: wij kennen zijn werk o.a. uit zijn ontwerp voor de uitbreiding van het stadhuis in Lodewijk XVI-stijl, in de jaren 1780-1784 gerealiseerd. Unger schrijft aan hem toe: het in de jaren 1781-1784 gebouwde Armziekenhuis, later Oude mannen- en vrouwenhuis en het enige monumentale woonhuis dat in de jaren van zijn Middelburgse werkzaamheid werd gebouwd, Wagenaarstraat 12; ook vertimmerde hij in 1788 de Schuttershof De Edele Busse om te dienen als troependepot voor de Oostindische Compagnie. Een portret van Kaijser werd vervaardigd door J. Perkois, die ook het interieur van het Tekencollege in beeld bracht (potloodtekening).