Adriaan Kousemaker

Uit Wiki ZB
Versie door Johan Francke (overleg | bijdragen) op 21 feb 2019 om 19:46 (Componist)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Adriaan Kousemaker
Kousemaker 135295.jpg
Adriaan Kousenmaker aan de piano in Goes, ca. 1963, fotoarchief PZC, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 135295
Geboren 7 september 1909 Kruiningen
Overleden 1 december 1984 Goes
Beroep dirigent, organist, docent en muziekuitgever
VIAF A. Kousemaker

Jeugd en studie

Adriaan Kousemaker was een kind van Jacobus Kousemaker en Adriana Koets en al vroeg actief op het gebied van de muziek. Zijn broer Jan Pieter (geb. 1915) zou ook muziekleraar worden. In Hansweert bespeelde Adriaan het orgel reeds in de leeftijd van 14 jaar. Later studeerde hij aan het conservatorium te Amsterdam, waar hij les kreeg van Charles de Wolff. Na zijn orgelstudie zette hij zijn studies in de muziek voort door koordirectie te volgen bij John Caro, en orkestdirectie bij Sam Dresden. Wegens fysieke problemen, heeft hij het uitvoerend examen orgel nooit afgelegd.

Carrière

In het begin van zijn carrière was Kousemaker vooral dirigent en orgel- en pianodocent. Onder zijn leerlingen bevond zich o.a. Daan Manneke. Later, in de zestiger jaren, werd hij adjunct-hoofd van de Zeeuwse Muziekschool in Goes. Daarnaast was hij hoofd van de muziekscholen in Alblasserwaard, Vijfherenlanden en Gorinchem. Wanneer Kousemaker les gaf, onderrichte hij zijn pupillen niet alleen in het instrument zelf, maar ook in koordirectie en muziektheorie.

Koordirigent

Kousemaker was ook actief als koordirigent. Het belangrijkste koor dat hij onder zijn hoede had was de COV Willem ’t Hooft. Andere koren onder zijn leiding waren het Goesche Kamerkoor en het Nederlands Hervormd Kerkkoor van de Grote of Maria Magdalenakerk in Goes. In 1945 werd Kousemaker benoemd als dirigent van de zojuist genoemde COV Willem ’t Hooft wat toen nog de Christelijke Gemengde Oratoriumvereniging heette. Met dit koor heeft hij de grote koorwerken uit de muziekgeschiedenis uitgevoerd zoals de Messiah van Händel, het Weihnachtsoratorium, de Matthäus-Passion en Johannes-Passion van Bach, Ein Deutsches Requiem van Brahms, en die Jahreszeiten van Haydn. Daarnaast heeft hij met dit koor in 1951 opgetreden voor de NCRV, de Nederlandse Christelijke Radio Vereniging, hetgeen aangeeft dat het koor zeker niveau moet hebben gehad.

Als organist heeft Kousemaker van 1931 tot 1974 in de Grote of Maria Magdalenakerk mogen spelen. Op 6 april 1932 is hij officieel benoemd als organist. Hij is ook betrokken geweest bij de realisatie van het Marcussen-orgel uit Denemarken wat tegenwoordig nog steeds in de Grote Kerk hangt. In 1974 is het Marcussen-orgel opgeleverd, vier jaar voordat Kousemaker met pensioen zou gaan. Verder heeft Kousemaker als organist van de Grote Kerk ook met enige regelmaat concerten georganiseerd. Een voorbeeld van een concertserie vormen de Avondmuzieken waarin zowel organisten als andere musici optraden.

Componist

Adriaan Kousemaker als muziekdocent piano, ca. 1961, foto: Jaqueline Midavain, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 90711

Kousemaker zette al op 22-jarige leeftijd composities op papier; hiervan zijn manuscripten bewaard gebleven. Hij schreef werken voor orgel, piano, harmonium, carillon, koper, orkest en koor. Hierbij moet worden vermeld dat zijn orgelwerken de andere ver in kwaliteit overtreffen. Binnen zijn orgelwerken kan een onderscheid worden aangebracht tussen kerkmuziek, voorspelen voor de psalmen en gezangen, andere religieuze werken en niet-religieuze orgelwerken. Muziek voor instrumenten anders dan orgel is vaak niet-religieus van aard. In zijn orgelwerken is daarnaast duidelijk te zien dat hij beïnvloed is door de Duitse componist Paul Hindemith (1896-1963). Voorbeelden van zijn geestelijk repertoire zijn verzamelbanden van voorspelen voor de psalmen. Een eerste verzameling had negen volumes (1946) en zijn tweede verzameling had vijftien volumes (1966?). Binnen deze verzameling is het ook mogelijk een ontwikkeling te zien in compositiestijl van Kousemaker. Waar zijn werken uit 1946 nog vrij complex waren, is dit veranderd in 1966. Deze verandering kan wellicht worden verklaard met een quote van Kousemaker:

“In de kerk moet klinken dat wat liefelijk en welluidend is.” Kousemaker vond dat muziek in de kerk functioneel moest zijn. Geen moeilijk klinkende composities, maar werken die de kerkganger kon begrijpen en waarderen. De context was dus belangrijk voor Kousemaker. Als hij kerkmuziek componeerde gebruikte hij geen bijzondere uitdrukkingen of progressieve compositie-technieken. Die waren bedoeld voor zijn niet-religieuze werken. Kousemaker streefde ernaar voor de kerk muziek te maken met het doel God te prijzen en de mensen bijeen te brengen. Verder zijn deze composities niet voorzien van een aparte pedaalpartij, waardoor ze op alle orgels goed bruikbaar zijn. In zijn niet-religieuze werken zijn invloeden van volksmuziek te vinden. In het bijzonder na zijn pensionering heeft Kousemaker composities geschreven die hij baseerde op volksmuziek. Verder heeft hij in de laatste twintig jaren van zijn leven ook meer emotionele uitdrukkingen in zijn muziek verwerkt. Met het boek 119 Gezangen voor de Hervormde Kerken leverde hij een belangrijke bijdrage aan de protestantse kerkmuziek. Daarnaast, gedurende zijn tijd op de Zeeuwse Muziekschool heeft Kousemaker zijn eigen lesmethoden ontwikkeld. Mede vanwege de schaarste daarvan in die tijd. Een lijst van Kousemaker’s werken kan onderaan dit artikel worden gevonden. De meeste van zijn composities zijn beschikbaar via de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg.

Oprichting Ars Nova en bestuursfuncties

In 1942 heeft Kousemaker de muziekuitgeverij ARS NOVA gesticht. Deze uitgeverij was een groot succes en heeft ook bladmuziek van Kousemaker uitgegeven, evenals theorieboeken bedoeld voor voorbereiding op staats- en conservatoriumexamens. Kousemaker had de leiding over ARS NOVA tot 1979.

Dat Kousemaker ook organisatorische talenten had blijkt uit zijn deelname in verschillende besturen. Hij was onder andere bestuurslid van de KCZBO, de voorloper van de huidige KCZB (Koninklijke Christelijke Zangers Bond). Het is niet helemaal duidelijk wanneer hij bestuurslid is geworden, maar het was ergens tussen 1932 en 1939, en hij is afgetreden in 1954. Hiernaast was Kousemaker ook nog lid van de orgelcommissie van de Grote Kerk te Goes.

Prijzen

  • 1972: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
  • 1982: Culturele Prijs Goes

Lijst met werken

  • 3 kerstliederen. Strijkorkest. 1950.
  • Avondt-sang. Mannenkoor. 1982.
  • Beiaard-suite II. Carillon. 1975.
  • Bekeer u. Orgel en solo zang. 1960.
  • Bewerking van- en finale over "Wilt heden nu treden" en "O Heer, die daar." 1935.
  • De dierbare Heiland is nabij. Alt, blokfluit, kinderkoor en orgel. 1968.
  • Dierbare Jezus, wat toeft Gij? ca. 1950. Van Johann Sebastian Bach.
  • Eerste suite voor beiaard. Carillon. 1975.
  • Er ruist langs de wolken een lieflijke Naam. Orgel. 1936.
  • Er ruist langs de wolken. Zang, 3 blokfluiten en orgel. 1968.
  • Ere zij. 3 Trombones, koor en orgel. 1937.
  • Evangeliemotet over Joh. 1:14 (Het woord is vlees geworden). Solo zang, koor, 5 instrumenten en orgel. 1968.
  • Geuzenvendel. Koor en orkest. 1940.
  • Gez. 228 var. (Neem mijn leven laat het Heer). Orgel. 1960.
  • Gezang 116 (Door de nacht van strijd en zorgen). Solo zang, viool, hobo en orgel. 1963.
  • Gezang 22 (Komt en laat ons Christus eeren). Hobo, koor en orgel. 1960.
  • God is de liefde. Alt solo en blokfluit. 1960.
  • Hymne. 3 trombones (bazuinen) en orgel. 1938.
  • Een in liefde tot den Heiland. Piano of orgel. 1939.
  • Introitus Ps. 67: 1-6. Koor en orgel. 1963.
  • Jezus alleen: 'k Heb geknield. Koor en orgel. 1970.
  • Kindergebed om bewaring. Zang en orgel. 1960.
  • Kleine suite. Carillon. 1981.
  • Komt allen te samen. Viool, solisten, koor en orgel. 1937.
  • Komt looft en prijst ; Jezus redt. Koor. 1960.
  • Koning David-suite. Orkest. 1970.
  • Laat zang en spel. Koor. 1960.
  • Liederen op teksten van J.W. Schulte Nordholt. Koor. 1960.
  • Liturgie complete kerkdienst voor orgel. Koor en orgel. 1938.
  • Motet: wie in mij gelooft; Heilige Geest. Dwarsfluit, hobo, cello, koor en orgel. 1960.
  • Muziek openluchtspel. Zang, strijkorkest en piano. 1938.
  • Oberon. Carl Maria von Weber. Ouverture voor harmonieorkest. 1940.
  • Pianostukje. Piano. 1938.
  • Preludium, koraal met variaties en fuga (over psalm 133). harmonie- of fanfareorkest of orgel. 1950.
  • Psalm 150: Koor, koper ensemble en slagwerk. 1938.
  • Simpele variaties over een simpel stedeliedeke. Carillon. 1975.
  • Sonatine voor orgel. Orgel. 1936.
  • Toccata. Carillon. 1975.
  • Var. Gloria in excelsis Deo. Viool, hobo en orgel. 1960.
  • Var. Stille nacht. Hobo en orgel. 1960.
  • Variaties en fughetta over "Toen Hertog Jan." Carillon. 1975.
  • Variaties over "Heer Jezus heeft een hofken." Carillon. 1975.
  • Variaties over het volksliedje "'k Heb m'n wagen volgeladen." Carillon. 1980.
  • Vreugdepsalm voor gemengd koor: psalm 9 : 1, 2 en 11. Koor. 1950.
  • Walcheren-suite Piano. 1982. 2 versies.
  • Zalig alleen, Heer (is 't hart dat U mint). Zang, koor en orgel. 1968.
  • Zij komen van Oost en West. Koor. 1960.

Auteur

-Dingeman Wolfert (UCR), 2012

Bronnen

  • Interview Berna and Frank Kousemaker (2011).
  • Interviews Kees van Eersel (2011 en 2012).
  • Kousemaker, Adriaan. Simpele variaties over een simpel stedeliedeke. 1975. MS. Zeeuwse Bibliotheek, Middelburg.
  • Krantenbank Zeeland, PZC, Zeeuwsch Dagblad, Zierikzeesche Nieuwsbode, Vrije Stemmen, Goesche Courant, Middelburghse Courant en de Vlisschingsche Courant (1932-1976).