Aalscholver: verschil tussen versies

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'AALSCHOLVER (Phalacrócorax cárbo) Z.Vl.: kraanvogel, palingkraan,Z.B., W.:modderganze, schokker, Sch.: schollevaer). Grote donkere vogel die zwemt en duikt naar...')
 
k
Regel 1: Regel 1:
AALSCHOLVER (Phalacrócorax cárbo)  
+
{{Infobox
Z.Vl.: kraanvogel, palingkraan,Z.B., W.:modderganze, schokker, Sch.: schollevaer). Grote donkere vogel die zwemt en duikt naar vis. Lange hals, lange stevige snavel met haak, vrij lange staart en poten met zwemvliezen. Volwassen vogels zijn donkerbruin met witte kin en wangen, hebben in zomerkleed een witte dijvlek. Jonge vogels zijn bruin met lichte keel en onderdelen. Zit vaak op palen of strekdammen met uitgespreide vleugels om deze te drogen. Vliegt met gestrekte hals, vaak in V-formatie. In Nederland resteren tegenwoordig slechts vier broedkolonies: in het Naardermeer; bij Wanneperveen; vanaf 1978 in zuidelijk Flevoland en in 1979 was er voor het eerst sinds vele jaren weer een kleine kolonie in de Biesbosch. Vroeger waren er op vele plaatsen in Nederland kolonies, ook in Zeeland. OostZeeuws-Vlaanderen had in het verleden zeker drie kolonies: bij de Axelsche Sassing was tot1926 een vrij grote kolonie (o.a. 150 nesten in 1918 en 1919); in de Beoostenblij polder bij Axel waren, hooguit tot 1918, maximaal 10 broedparen aanwezig; bij Zaamslag broedden tussen 1925 en 1943 maximaal10 à 25 paar. Van al deze kolonies zijn de bomen gerooid, waardoor de vogels verdwenen. Tijdens de inundatie van Walcheren was er een kleine kolonie op het landgoed Ter Hooge bij Middelburg, in 1946 30 paar. Aalscholvers zijn het hele jaar door op de grote Zeeuwse wateren aan te treffen, vooral in de Grevelingen, de Oosterschelde en het kustgebied. De grootste aantallen (honderden exemplaren) zijn aanwezig in de maanden augustus-oktober.
+
| above      =Aalscholver(Phalacrócorax cárbo)  
 +
}}
 +
 
 +
 +
Grote donkere vogel die zwemt en duikt naar vis. Lange hals, lange stevige snavel met haak, vrij lange staart en poten met zwemvliezen. Volwassen vogels zijn donkerbruin met witte kin en wangen, hebben in zomerkleed een witte dijvlek. Jonge vogels zijn bruin met lichte keel en onderdelen. Zit vaak op palen of strekdammen met uitgespreide vleugels om deze te drogen. Vliegt met gestrekte hals, vaak in V-formatie. In Nederland resteren tegenwoordig slechts vier broedkolonies: in het Naardermeer; bij Wanneperveen; vanaf 1978 in zuidelijk Flevoland en in 1979 was er voor het eerst sinds vele jaren weer een kleine kolonie in de Biesbosch. Vroeger waren er op vele plaatsen in Nederland kolonies, ook in Zeeland. OostZeeuws-Vlaanderen had in het verleden zeker drie kolonies: bij de Axelsche Sassing was tot1926 een vrij grote kolonie (o.a. 150 nesten in 1918 en 1919); in de Beoostenblij polder bij Axel waren, hooguit tot 1918, maximaal 10 broedparen aanwezig; bij Zaamslag broedden tussen 1925 en 1943 maximaal10 à 25 paar. Van al deze kolonies zijn de bomen gerooid, waardoor de vogels verdwenen. Tijdens de inundatie van Walcheren was er een kleine kolonie op het landgoed Ter Hooge bij Middelburg, in 1946 30 paar. Aalscholvers zijn het hele jaar door op de grote Zeeuwse wateren aan te treffen, vooral in de Grevelingen, de Oosterschelde en het kustgebied. De grootste aantallen (honderden exemplaren) zijn aanwezig in de maanden augustus-oktober.
 +
 
  
 
AUTEUR
 
AUTEUR
K.F. Vaas, P.L. Meiniger (herschreven)
+
-K.F. Vaas, P.L. Meiniger (herschreven)
 +
 
 +
Z.Vl.: kraanvogel, palingkraan,Z.B., W.:modderganze, schokker, Sch.: schollevaer).

Versie van 14 apr 2021 om 09:37

Aalscholver(Phalacrócorax cárbo)


Grote donkere vogel die zwemt en duikt naar vis. Lange hals, lange stevige snavel met haak, vrij lange staart en poten met zwemvliezen. Volwassen vogels zijn donkerbruin met witte kin en wangen, hebben in zomerkleed een witte dijvlek. Jonge vogels zijn bruin met lichte keel en onderdelen. Zit vaak op palen of strekdammen met uitgespreide vleugels om deze te drogen. Vliegt met gestrekte hals, vaak in V-formatie. In Nederland resteren tegenwoordig slechts vier broedkolonies: in het Naardermeer; bij Wanneperveen; vanaf 1978 in zuidelijk Flevoland en in 1979 was er voor het eerst sinds vele jaren weer een kleine kolonie in de Biesbosch. Vroeger waren er op vele plaatsen in Nederland kolonies, ook in Zeeland. OostZeeuws-Vlaanderen had in het verleden zeker drie kolonies: bij de Axelsche Sassing was tot1926 een vrij grote kolonie (o.a. 150 nesten in 1918 en 1919); in de Beoostenblij polder bij Axel waren, hooguit tot 1918, maximaal 10 broedparen aanwezig; bij Zaamslag broedden tussen 1925 en 1943 maximaal10 à 25 paar. Van al deze kolonies zijn de bomen gerooid, waardoor de vogels verdwenen. Tijdens de inundatie van Walcheren was er een kleine kolonie op het landgoed Ter Hooge bij Middelburg, in 1946 30 paar. Aalscholvers zijn het hele jaar door op de grote Zeeuwse wateren aan te treffen, vooral in de Grevelingen, de Oosterschelde en het kustgebied. De grootste aantallen (honderden exemplaren) zijn aanwezig in de maanden augustus-oktober.


AUTEUR -K.F. Vaas, P.L. Meiniger (herschreven)

Z.Vl.: kraanvogel, palingkraan,Z.B., W.:modderganze, schokker, Sch.: schollevaer).