Visvliet: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(7 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| afbeelding = [[Bestand:Visvliet.jpg|300px]] | | afbeelding = [[Bestand:Visvliet.jpg|300px]] | ||
| naam = Van Visvliet | | naam = Van Visvliet | ||
| onderschrift = Gelegenheidsgedicht, het wapen links is van de familie Van Visvliet en is opgedeeld in twee velden met vissen en een roos. Het wapen rechts is van de familie Sluijmer en is opgedeeld in vier velden, met hemellichamen, en rode bloemen. David van Visvliet (28 mei 1740, Middelburg - 23 jan. 1780, Middelburg). Schepen, raad, thesaurier en burgemeester van Middelburg, in 1777 gehuwd met Susanna Elisabeth Sluijmer (1750 - ). Vervaardiger: H. Souvrijn. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, nr. 1112 | | onderschrift = Gelegenheidsgedicht, het wapen links is van de familie Van Visvliet en is opgedeeld in twee velden met vissen en een roos. Het wapen rechts is van de familie Sluijmer en is opgedeeld in vier velden, met hemellichamen, en rode bloemen. David van Visvliet (28 mei 1740, Middelburg - 23 jan. 1780, Middelburg). Schepen, raad, thesaurier en burgemeester van Middelburg, in 1777 gehuwd met Susanna Elisabeth Sluijmer (1750 - ). Vervaardiger: H. Souvrijn. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, nr. 1112 | ||
}} | }} | ||
Geslacht, afkomstig uit Visvliet in Groningen. | |||
Geslacht, afkomstig uit Visvliet in Groningen. De stamvader van de Zeeuwse tak zou '''Meinard Egbertsz.''' zijn ( | ==Belangrijkste personen== | ||
De stamvader van de Zeeuwse tak zou '''Meinard Egbertsz.''' zijn (geboren ca. 1575 te Visvliet), die op het eind van de 16e eeuw apotheker te Veere was. | |||
Nazaten in de 17e en 18e eeuw kozen veelal een medisch of een daaraan verwant beroep, onder andere '''Meinard''' (Middelburg 16 oktober 1708-Middelburg 5 maart 1769). Promoveerde te Leiden in 1735, zowel in de medicijnen als in de rechten. Hij vestigde zich als geneesheer te Middelburg, werd in 1741 lector in de ontleedkunde en in 1750 hoogleraar aan de Illustere School in die stad. In 1753 werd hij raad en schepen te Middelburg. | |||
'''Meinhard Hendrik''' van (Middelburg 16 | In de 19e en 20e eeuw waren twee telgen uit het geslacht Van Visvliet archivaris: '''Jacob Philip''' van (Middelburg 14 juni 1816-Middelburg 30 december 1888). Archivaris van de provincie Zeeland (1843-1888). Doorliep de Latijnse school te Middelburg en begon zijn loopbaan in 1838 als secretaris van het college van regenten over de Godshuizen in zijn geboortestad, tot hij van 1858 tot 1888 zelf regent van deze instelling was. Hij was de eerste die voor Zeeland 'districtsarchieven' bepleitte als vorm van samenwerking tussen de afzonderlijke gemeente-archieven. Zijn voorstellen werden in de archiefwet van 1918 opgenomen. Hij vervulde talrijke functies op maatschappelijk en kerkelijk gebied: o.a. griffier bij de Centrale Directie (later het polderbestuur) van Walcheren (1858-1886, als opvolger van zijn broer, Cornelis Marinus), lid van de gemeenteraad van Middelburg (1859-1875), secretaris van de Maatschappij van Weldadigheid, afd. Middelburg (1859) en voorzitter van de Evangelische Maatschappij en het College van Notabelen van de Hervormde Gemeente. Als kapitein van de schutterij maakte hij zich bovendien verdienstelijk bij de grote brand in de Lange Delft in Middelburg in 1857, waarvoor hij door de koning onderscheiden werd. Uit waardering voor zijn historisch werk werd hem het lidmaatschap aangeboden van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde in Leiden en het Utrechts Historisch Genootschap. Werken m.b.t. Zeeland: zie bibliografie. | ||
'''Meinhard Hendrik''' van (Middelburg 16 december 1861-Bergen op Zoom 6 maart 1930). Neef van bovengenoemde Jacob Philip. Gemeente-archivaris van Middelburg (1890-1901). Was sinds 1888 werkzaam op het Rijksarchief (RA) in Zeeland, waar hij samen met mr. J.P.N. [[Jacob Pieter Nicolaas Ermerins|Ermerins]] werkte aan het scheiden van de rechterlijke en administratieve stukken bij de overname van de rechterlijke archieven door het RA. Hij was van 23 juli 1896 tot januari 1900 commies-chartermeester. In deze periode heeft hij zich bezig gehouden niet de ordening van de archieven van Staats-Vlaanderen, in het bijzonder dat van Hulsterambacht. Twee jaar na zijn benoeming aan het RA werd hij aangesteld als gemeente-archivaris van Middelburg. Hier heeft hij het rechterlijk archief, dat aan de gemeente in bruikleen was gegeven, volledig geïnventariseerd: de inventaris verscheen in 1906, met een inleiding van W.O. Swaving, zijn opvolger. Bovendien hield hij zich bezig met het archief van de thesaurier van vóór 1795. Bij zijn werk op het gemeente-archief heeft Van Visvliet in 1894 een bijzondere ontdekking gedaan. De originele keur van Zeeland, in augustus 1495 door Philips de Schone in Brussel geschonken, was tussen 1777 en 1883 verloren gegaan. Bij het rangschikken en ordenen van het stadsarchief vond hij het stuk, ongeschonden en volledig op kleur, terug tussen de zogenoemde rommel. Na het beëindigen van zijn werk voor het Rijksarchief heeft Van Visvliet nog het oud-archief van Tilburg geordend (de inventaris verscheen in 1905) en is hij korte tijd gemeente-archivaris van Delft geweest. Belangrijkste werken m.b.t. Zeeland: Inventaris der rechterlijke archieven van Middelburg; met een inleiding van den tegenwoordigen titularis W.O. Swaving (Middelburg 1906); De origineele Keure van Zeeland van het jaar 1495 (in: Eigen Haard, 1894, nr. 31). | |||
==Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984== | ==Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984== | ||
Regel 35: | Regel 32: | ||
[[category:Geschiedenis]] | [[category:Geschiedenis]] | ||
{{DEFAULTSORT:Visvliet, Familie}} | {{DEFAULTSORT:Visvliet, Familie van}} |
Huidige versie van 3 mei 2021 om 09:47
Geslacht, afkomstig uit Visvliet in Groningen.
Belangrijkste personen
De stamvader van de Zeeuwse tak zou Meinard Egbertsz. zijn (geboren ca. 1575 te Visvliet), die op het eind van de 16e eeuw apotheker te Veere was.
Nazaten in de 17e en 18e eeuw kozen veelal een medisch of een daaraan verwant beroep, onder andere Meinard (Middelburg 16 oktober 1708-Middelburg 5 maart 1769). Promoveerde te Leiden in 1735, zowel in de medicijnen als in de rechten. Hij vestigde zich als geneesheer te Middelburg, werd in 1741 lector in de ontleedkunde en in 1750 hoogleraar aan de Illustere School in die stad. In 1753 werd hij raad en schepen te Middelburg.
In de 19e en 20e eeuw waren twee telgen uit het geslacht Van Visvliet archivaris: Jacob Philip van (Middelburg 14 juni 1816-Middelburg 30 december 1888). Archivaris van de provincie Zeeland (1843-1888). Doorliep de Latijnse school te Middelburg en begon zijn loopbaan in 1838 als secretaris van het college van regenten over de Godshuizen in zijn geboortestad, tot hij van 1858 tot 1888 zelf regent van deze instelling was. Hij was de eerste die voor Zeeland 'districtsarchieven' bepleitte als vorm van samenwerking tussen de afzonderlijke gemeente-archieven. Zijn voorstellen werden in de archiefwet van 1918 opgenomen. Hij vervulde talrijke functies op maatschappelijk en kerkelijk gebied: o.a. griffier bij de Centrale Directie (later het polderbestuur) van Walcheren (1858-1886, als opvolger van zijn broer, Cornelis Marinus), lid van de gemeenteraad van Middelburg (1859-1875), secretaris van de Maatschappij van Weldadigheid, afd. Middelburg (1859) en voorzitter van de Evangelische Maatschappij en het College van Notabelen van de Hervormde Gemeente. Als kapitein van de schutterij maakte hij zich bovendien verdienstelijk bij de grote brand in de Lange Delft in Middelburg in 1857, waarvoor hij door de koning onderscheiden werd. Uit waardering voor zijn historisch werk werd hem het lidmaatschap aangeboden van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde in Leiden en het Utrechts Historisch Genootschap. Werken m.b.t. Zeeland: zie bibliografie.
Meinhard Hendrik van (Middelburg 16 december 1861-Bergen op Zoom 6 maart 1930). Neef van bovengenoemde Jacob Philip. Gemeente-archivaris van Middelburg (1890-1901). Was sinds 1888 werkzaam op het Rijksarchief (RA) in Zeeland, waar hij samen met mr. J.P.N. Ermerins werkte aan het scheiden van de rechterlijke en administratieve stukken bij de overname van de rechterlijke archieven door het RA. Hij was van 23 juli 1896 tot januari 1900 commies-chartermeester. In deze periode heeft hij zich bezig gehouden niet de ordening van de archieven van Staats-Vlaanderen, in het bijzonder dat van Hulsterambacht. Twee jaar na zijn benoeming aan het RA werd hij aangesteld als gemeente-archivaris van Middelburg. Hier heeft hij het rechterlijk archief, dat aan de gemeente in bruikleen was gegeven, volledig geïnventariseerd: de inventaris verscheen in 1906, met een inleiding van W.O. Swaving, zijn opvolger. Bovendien hield hij zich bezig met het archief van de thesaurier van vóór 1795. Bij zijn werk op het gemeente-archief heeft Van Visvliet in 1894 een bijzondere ontdekking gedaan. De originele keur van Zeeland, in augustus 1495 door Philips de Schone in Brussel geschonken, was tussen 1777 en 1883 verloren gegaan. Bij het rangschikken en ordenen van het stadsarchief vond hij het stuk, ongeschonden en volledig op kleur, terug tussen de zogenoemde rommel. Na het beëindigen van zijn werk voor het Rijksarchief heeft Van Visvliet nog het oud-archief van Tilburg geordend (de inventaris verscheen in 1905) en is hij korte tijd gemeente-archivaris van Delft geweest. Belangrijkste werken m.b.t. Zeeland: Inventaris der rechterlijke archieven van Middelburg; met een inleiding van den tegenwoordigen titularis W.O. Swaving (Middelburg 1906); De origineele Keure van Zeeland van het jaar 1495 (in: Eigen Haard, 1894, nr. 31).
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
A.M. Lauret, L. Hageman (Cornelis Marinus, Jacob Philip, Meinard, Meinard Hendrik, Meynard, Omar van Visvliet), F. van Noordwijk (Jacob Philip van Visvliet)
Literatuur
- Fokker en De Man, Zeeuwsche medici (Middelburg, 1901)
- Nagtglas, Levensberichten.
- Nederlands Patriciaat 1945, 311 e.v.
- Meerkamp van Embden, Van Visvliet, 85-87.
- Middelburgsche Courant 31-12. 1888.
- Scherft, Archivarissen en archivariaten.