Hoogkamer, Geneesheren In De Familie.

Uit Wiki ZB
Versie door W. van Gorsel (overleg | bijdragen) op 5 mrt 2021 om 10:56 (Literatuur)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoogkamer, Geneesheren In De Familie.
De geschiedenis van de familie Hoogkamer is sterk verbonden met het dorp St. Annaland, ansichtkaart P. Goedegebuure, ca. 1900, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 36572

Familie waaruit vele geneesheren voortkwamen.

Belangrijkste personen

Leendert Johannes (St.-Annaland 1810- St.-Annaland 11 januari 1834). Had van zijn vader Willem Cornelis (Middelburg ca. 1786-St.-Annaland 30 oktober 1844), die eveneens geneesheer was, de luchthartige en een tikkeltje gewaagde levensstijl geërfd. Hij bezocht te Middelburg de Klinische School, waar hij in 1831 en 1833 bevorderd werd tot plattelands- en stedelijk dokter, heel- en vroedmeester. Zijn tenger gestel kon de feestroezen in Middelburg ter ere van de terugkeer van meer dan duizend gevangenen uit St.-Omer en Bethune tijdens de Belgische revolutie niet verwerken. Hij bezweek op 24 jarige leeftijd aan longtuberculose.

Zijn broer Johannis (St.-Annaland 20 februari 1821-Oud-Vossemeer 26 november 1905) was evenals hijzelf door vader dusdanig opgeleid, dat hij twee leerjaren aan de Klinische School mocht overslaan. Johannes borrelde over van levenslust, zoals hij in het gezin had geleerd, maar verliet daarbij het rechte levenspad niet. Na zijn bevordering in 1843 tot plattelandsdokter, heel- en vroedmeester vestigde hij zich in Cadzand, waar hij het niet breed had. Daarom verhuisde hij naar Hoek en vervolgens naar het welvarende Oud-Vossemeer. Daar verwierf hij grote achting en een uitgebreide clientèle. Hij bereikte een zeer hoge leeftijd en vierde verscheidene jubilea waaraan de bevolking een luisterrijk cachet gaf.

Zijn oudere broer Jacob (geb. St.-Annaland 1816-St.-Annaland 1 december 1867) werd in 1838 te Middelburg bevorderd tot plattelandsdokter, heel- en vroedmeester en vestigde zich in zijn geboorteplaats. Zijn vrolijkheid investeerde hij in overdadige spijs en drank. Evenals zijn vader stierf hij aan een hersenbloeding.

Zijn zoon, eveneens een spring-in-het-levensveld, werd na het beëindigen van zijn medische studie en het vervullen van assistentschappen, directeur van het Gemeente-ziekenhuis te 's-Gravenhage. Hij overleed plotseling in 1867.

Auteur

A.M. Lauret, herz. Peter Sijnke (2011).

Literatuur

  • J.C. de Man, Geneeskundige school I.