De Pottere

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Pottere, De
Huize De Pottere, een 16e-eeuws kasteeltje van Hendrik de Pottere, omgeving van Noordgouwe. Vervaardiger: Spilman, H., Herkomst: collectie Anderson, Jan. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, Collectie Tekeningen en prenten, Recordnummer 2420.

Oud geslacht uit Brabant. Jacob de Pottere was in 1529 Raad van Prelaat en Edelen van Zeeland. Hendrik Jacobszoon de Pottere was in 1578 kapitein van een vendel Schotten in Sluis en ging in 1587 met zijn soldaten naar Schouwen. Daar trouwde hij Agatha, dochter van de schatrijke Antonie van Wissekerke en Maria van den Abeele. Zij woonden in Noordgouwe, in het huis 'De Pottere'.

Zijn dochter, Maria de Pottere (overl. 15 juli 1650), trouwde in 1622 de Engelse kapitein John Conyers. Een dag voor haar dood legateerde zij vijftienduizend gulden voor de stichting van vijf woningen, die moesten dienen 'tot troost en onderhoud van vijf eerlijke weduwen van goede afkomst en van kloeke voorstanders ontbloot', meer speciaal voor weduwen van officieren en doktoren. Conyers liet de huisjes bouwen tegenover de toegangslaan naar het huis 'De Pottere'. De Conyershuisjes, Potterhuisjes of `de koeyerië' zijn nu verbouwd tot drie woningen en worden weer bewoond. Gegevens over deze tot processen aanleiding gevende erflating bevinden zich in de collectie Verheye van Citters (Prov.Arch.Zeeland). Conyers stierf in 1658. Het echtpaar werd begraven in de St.-Lievensmonsterkerk in Zierikzee. Een beschrijving van de graftombe, die met de brand van de kerk in 1832 werd vernietigd, staat in Zel. I11. I,p.407.

Auteur

M.E. Jansen-Glas, J.P. Vaane

Literatuur

  • Nagtglas, Levensberichten.