Andries den Boer

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Andries den Boer
Andries den Boer.jpg
The Battle at La Hogue, 1692, prent van William Woollet naar een schilderij van Benjamin West, ca. 1781, part. collectie.
Geboren ? ? ca. 1650 ?
Overleden ? ? 1727 ?
Beroep marine-officier en vice-admiraal
VIAF [1]

Carrière

Wordt het eerst vermeld als commandant van het adviesjacht 'de Tonijn', waarmee hij onder leiding van De Ruyter op 7 juni 1672 de gecombineerde Engels-Franse vloot bij Solebay hielp verslaan. Na zijn bevordering tot kapitein bij de Zeeuwse admiraliteit, voerde hij het bevel over het fregat ‘de Zomer', waarmee hij in 1688 aan de overtocht van stadhouder Willem III naar Engeland deelnam. Hij onderscheidde zich vervolgens in de zeeslag bij Kaap Bevesier bij Dieppe (1690), waar de Engels-Staatse vloot verslagen werd. Hij nam kort daarop deel aan de landingsoperatie in Ierland, als gevolg waarvan Cork en Kinsale veroverd werden en maakte in 1692 de gevechten bij Kaap de la Hoque mee. In 1695 werd hij tot schout-bij-nacht van Zeeland benoemd; als zodanig leidde hij in 1696 het troepentransport naar Engeland toen daar een Franse inval werd verwacht en nam deel aan het bombardement van St. Martin en Olonne. In 1701 commandeerde hij een eskader op de Wielingen. Van 1703-1705 was hij respectievelijk commandant van een kruiseskader op de Vlaamse kust en blokkade-commandant voor Duinkerken. In 1707 werd hij tot vice-admiraal van Zeeland bevorderd, maar wegens financieel onvermogen van de provincie en de afgunst van de Hollanders, werden toen geen vlagofficieren meer van die rang in zee gezonden. In 1718 werd hem ontslag verleend.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

-L. Hageman

Literatuur

  • Van der Aa, Biographisch woordenboek.
  • Johan Francke, '"Een Sware Equipage". de bemanningen van de schepen van de Admiraliteit Zeeland en de commissievaart tijdens de Negenjarige Oorlog (1688-1697)', in: Tijdschrift voor Zeegeschiedenis 19/2 (2000) 119-140.
  • J.C. de Jonge. Nederlandsche zeewezen, III en IV.